Online trainen, hoe doe je dat breinvriendelijk?

Breinvriendelijk Online trainen

Hoe houd je bijvoorbeeld je deelnemers betrokken?

Hoe zorg je voor voldoende variatie in werkvormen? Hoe maak je het zintuiglijk rijk? Hoe houd je het tempo hoog? Hoe houd je het speels en uitdagend? Je leest het in deze blog!

Ik geef toe, ik zou met plezier weer koffie en thee zetten, met tafels slepen en de afwas doen in mijn eigen trainingsruimte als dat zou betekenen dat ik mijn deelnemers weer de hand kan schudden.

Maar tot die tijd heb ik besloten het online trainen maar volledig te omarmen. Ik ben er helemaal ingedoken en heb inmiddels de nodige trainingen met succes afgerond. Sommige daarvan waren zelfs volledig online. Hoewel er nog veel te leren valt, durf ik te stellen dat ik inmiddels een weg heb gevonden die werkt, zowel voor mij als voor mijn deelnemers.

Deelnemers zeggen lovende dingen en verzekeren mij dat de training – o.a. dankzij extra leermiddelen – minstens zo leerzaam was als F2F. Mijn verklaring voor dit succes is simpel. Ook online deelnemers hebben een brein.

Dus dezelfde breinprincipes die een klassikale training interactief, speels, uitdagend en zintuiglijk rijk maken doen dat ook bij een online training, tenminste… als je een beetje creatief alle mogelijkheden benut.

Hieronder lees je dan ook mijn 12 beste ontdekkingen als Online trainer tot nu toe. Ik ga je laten zien hoe je óók online je training speels, interactief, zintuiglijk rijk, boeiend, afwisselend en leerrijk kunt maken!

NB: ik ga het hier niet hebben over de verschillende tools, hun voor- en nadelen en de technische aspecten. Daarover is al genoeg te vinden. Onderstaande staat helemaal los van welke tool je gebruikt, als je in jouw virtuele klas maar genoeg mensen kunt ontvangen en uiteen kunt gaan in Breakout Rooms.

We gaan het hebben over Breinvriendelijk Trainen en hoe je dat online doet…

Hier komen 12 van mijn best-practices tot nu toe!

Hoe krijg je echt oogcontact bij een online training?

Je hebt het vast weleens meegemaakt: je bent via Skype of Zoom met iemand in gesprek, maar je ervaart geen oogcontact. De spreker kijkt niet naar jou, maar als het ware langs je heen. Dit geeft de rare ervaring van ‘niet helemaal in contact zijn’, een beetje alsof die ander ‘heel erg in zijn of haar hoofd zit’. Dat dit gebeurt is logisch want de camera zit bovenaan het scherm, maar de persoon in kwestie kijkt niet naar de camera, maar naar zijn scherm.

Maar zo wil je als trainer natuurlijk niet overkomen. Nu zou je dit kunnen oplossen door telkens in de camera te kijken als je iets zegt, maar dat is weer onnatuurlijk voor jou. Zelf merk ik dat ik dit niet prettig vind en vaak vergeet. Mijn oplossing? Simpel: ik heb een losse webcam op een klein statiefje gezet en plaats de webcam midden voor mijn scherm, zie foto. En telkens als ik met iemand spreek zet ik de camera vlak naast diens ogen. Ik kijk zelf dus iemand in de ogen en die ander ervaart dat ook zo bij mij. Kortom: voor een paar tientjes heb je dit probleem opgelost!

Hoe maak je de kennismaking leuk, snel en effectief?

Online is de spanningsboog toch wat korter, dus als je met 15 mensen iedereen 3 minuten laat vertellen, dan ben je zo drie kwartier verder en zitten veel hoofden al vol of mensen haken af. Dit los ik op door een deel van de kennismaking vooraf al te doen via een tool als Padlet. Dit is een virtuele muur, een soort prikbord, waar jij als trainer enkele vragen kunt stellen die deelnemers kunnen beantwoorden.

Voor een training Coachen met ACT vroeg ik onlangs de deelnemers om daar een linkje te zetten naar de trailer van een film die zij inspirerend vonden en te benoemen welke waarden zij uit deze film halen. Eenmaal tijdens de live meeting kun je de kennismaking daardoor wat korter houden en de 3 minuten per persoon reduceren tot 1 minuut, waardoor je lekker de vaart erin houdt. De bekende kennismaker ‘Ik ben de enige die’ (zie onze gratis kennismakingscursus Breinvriendelijk trainen) kan trouwens ook prima online. Waar je normaal deelnemers naar voren laat stappen als ze zich herkennen, vraag je ze nu hun hand op te steken als de inbrenger vertelt waarin hij/zij de enige denkt te zijn. (Meestal is dit niet zo en dat verbindt).

Hoe houd je deelnemers online bij de les?

Dit is altijd al een goede vraag, maar online helemaal. Het is immers heel gemakkelijk én verleidelijk voor deelnemers om tijdens jouw online training te gaan ‘multi-tasken’: even de mail checken, een appje beantwoorden, etc. en weg is de aandacht. Natuurlijk kun je deelnemers op het hart drukken om dat niet te doen, maar eerlijk gezegd vind ik dat al een zwaktebod. Ik zie het als mijn taak om de training zo boeiend, interessant en waardevol te maken, dat deelnemers hun telefoon en mailbox ‘vergeten’. En als ze af en toe toch iets anders doen, zoals even aandacht geven aan hun kinderen, dan ga ik er van uit dat dat simpelweg belangrijker is op dat moment.

Dus hoe houd ik deelnemers betrokken en geboeid? Naast veel afwisseling in werkvormen, de didactische aanpak van Karin de Galan en een hoog tempo, doe ik dit door heel vaak vragen te stellen, meestal eerst aan de hele groep met een ‘show of hands’, of een reactie in de chat en vervolgens nodig ik een of enkele deelnemers uit om hun reactie mondeling toe te lichten. Uiteraard streef ik ernaar dat iedereen ongeveer even veel ‘spreektijd’ krijgt.

Hoe ontlok je reacties? (De show of hands, maar dan anders)

Zoals gezegd houdt de ‘show of hands’ iedereen wakker. Maar ‘handen tonen’ kan op allerlei manieren. Ja, de simpelste manier is: ‘Steek je hand op als je herkent dat…’ Maar er zijn leuke alternatieven:

  • De duim: laat met je duim zien hoe nuttig je de training tot nu toe vindt op een schaal van 0 – 10! (duim omhoog is 10, en duim omlaag is 0). Hetzelfde kan natuurlijk met het aantal vingers dat men opsteekt. Dit is iets preciezer, maar kost je ook wat meer tijd om de hele groep te ‘lezen’.
  • Het dovemans applaus: ondanks dat de microfoons meestal uitstaan (want anders wordt je gek van alle achtergrond geluiden) wil je soms toch een soort applausje of een aanmoediging ontlokken, bijvoorbeeld als een deelnemer zichzelf overwint. Dit kan met het ‘dovemans applaus’: iedereen steekt beide handen de lucht in en draait met de handen. Ziet er heel grappig uit en geeft echt een warm gevoel!
  • Amandla!: geef met je handen uiting aan een bepaald gevoel (power, triomf, verdriet, verbinding, tot ziens, etc.) Soms is dit makkelijker met de handen, dan met het gezicht.
  • Trouwens, als je deelnemers wilt boeien, praat dan ook met je eigen handen en laat je gebaren je verhaal ondersteunen. Daar hoef je echt geen Italiaan voor te zijn!

Hoe stimuleer je de interactie?

Als ik maar één aspect van breinvriendelijk trainen zou mogen benadrukken, dan is dat zonder twijfel deze: stimuleer veel en vaak interactie en voorkom alsjeblieft dat je te lang gaat zitten zenden, want dan haken deelnemers gegarandeerd af! Ons brein is immers een ongelofelijk sociaal orgaan. Als we nieuwe dingen leren, dan hebben we het echt nodig om te kunnen sparren, checken, verwoorden, vragen, hardop twijfelen, etc. Een mooi gezegde in dit verband is: ‘degene die spreekt is degene die leert’. Bovendien zorgt het luchten van je hart of legen van je hoofd ervoor dat je weer open gaat staan voor nieuwe informatie.

Online kan dat prima als je een tool gebruikt met Breakout Rooms, net zoals met sub-ruimtes bij een fysieke trainingslocatie. Het voordeel van virtuele subruimtes is echter dat je deelnemers heel snel in zo’n ruimte kunt zetten en ook binnen een minuut weer kunt terughalen. Normaliter gaan deelnemers vaak ook meteen even naar het toilet of de koffie-automaat en voor je het weet ben je ze veel langer ‘kwijt’ dan de bedoeling was. Nu speelt dat niet en dus kun je deze optie ook voor hele korte oefeningen gebruiken. Toegegeven, het einde komt soms wat abrupt, dus laat van te voren weten hoeveel tijd deelnemers krijgen!

Welke werkvormen gebruik je in Breakout Rooms?

Zoals je in een fysieke trainingsruimte eindeloos kunt variëren met werkvormen, zo kan dat online natuurlijk ook, dus maak daar gebruik van als je je training afwisselend wilt maken. Zelf wissel ik sowieso vaak in aantallen, want een tweetal heeft een andere dynamiek dan een drietal of de helft van de groep. In een tweetal kun je deelnemers uiteraard van alles laten oefenen of uitwisselen rondom een bepaalde vraag. Een leuke verwerkingsopdracht vind ik deze: aan het eind van de dag laat ik tweetallen een muntje opgooien. Degene die kop gooit weet zogenaamd ‘alles’ over het onderwerp en mag de belangrijkste inzichten uitleggen aan de ander die doet alsof hij/zij een totale leek is. Vervolgens draai je de rollen om met een andere vraag, bijvoorbeeld gericht op toepassing van het geleerde.

Bij drietallen kun je mooi gebruik maken van de observator-rol, dus zorg dat je van te voren een opdracht meegeeft met heldere criteria waarop te letten. Je kunt deze observator ook ‘goeroe’ noemen en dus als wijze raadgever laten fungeren. Oh ja en tijdsbewaking is ook een mooie rol voor nummer drie.

En met 2 x de helft van de groep kun je ook leuke dingen doen, zoals een gekruisd programma (als je met een co-trainer werkt). Of een Quizz waarbij beide teams zelf vragen bedenken om die daarna plenair aan het andere team te stellen.

De lengte van je sessies

Hoe lang kan een online sessie duren? Normaal gesproken geef ik vaak driedaagse trainingen, dus drie hele dagen van 9.30 tot 17.00 uur met steeds één of enkele weken ertussen. Omdat – toen ‘de quarantaine’ begon – bij mij de trainingsdagen al gepland stonden heb ik de data in tact gelaten, maar de werktijden licht aangepast. Waar ik normaal in vier blokjes van anderhalf uur werk, heb ik daar nu steeds vijf kwartier van gemaakt, met bovendien langere pauzes (‘twee keer een half uur en één keer een uur). Van de meeste deelnemers hoor ik terug dat ze dit heel goed te doen vinden.

Maar ik moet ook zeggen: als ik een online training ‘from scratch’ zou ontwerpen, dan zou ik voor dagdelen kiezen van 3 uur met een flinke pauze in het midden. Ik zou er ook nog meer een traject van maken (zie onder).

Hoe maak je een online training zintuiglijk rijk?

Tsja, dit is misschien wel de grootste uitdaging! Een training die het predicaat ‘breinvriendelijk’ verdient is per definitie zintuiglijk rijk. Dat betekent dat we een rijke ervaring in het brein willen creëren en daarbij zo veel mogelijk zintuigen willen ‘aanraken’. Bovendien willen we ook graag het hart raken en het lichaam af en toe laten bewegen. Maar ja, hoe doe je dat online?

Welnu, met een flinke dosis creativiteit! Bij verschillende trainingen hebben we (met dank aan Willem Beekhuizen voor het briljante idee en het inpakken) de deelnemers van te voren per post een aantal kleine, doch betekenisvolle voorwerpen laten opsturen. Denk hierbij aan de Provocatieve voorwerpen waar Willem mee werkt of de Chinese vingervallen (een idee van Jaan Thiadens) die je op de foto hierboven ziet. Op deze manier hebben we zelfs het smaak-zintuig al op een betekenisvolle manier weten aan te raken. Hoe ik dat doe leer je in onze online training Breinvriendelijk Trainen.

Hoe kan je het leerrendement verhogen?

Ons brein heeft herhaling nodig en idealiter zijn we minimaal zes weken lang regelmatig met een nieuw kennisgebied, nieuwe methode of vaardigheid bezig. Omdat je online geen reistijd hebt, kun je dit heel gemakkelijk realiseren door de leerstof over een langere periode uit te smeren. Je biedt dan regelmatig hapklare brokjes kennis, inspiratie en oefeningen aan. Zelf doe ik dat door synchroon en asynchroon leren te combineren.

Hiermee bedoel ik dat ik de deelnemers regelmatig live ontmoet via Zoom, maar dat zij tussen de sessies door – in hun eigen tijd en op eigen tempo – nog meer kennis tot zich kunnen nemen via mijn boeken, audioboeken, Ebooks en de online modules die ik heb ontwikkeld rondom Motiverende gespreksvoering (MGV) en Breinvriendelijk Trainen. Ook bood ik deelnemers aan een training MGV aan om een eigen gesprek op te nemen en aan mij voor te leggen voor feedback. Dat gesprek beluister ik al wandelend en vervolgens spreek ik meteen de feedback in via What’s app.

Welke extra tools kan je gebruiken?

Er zijn tegenwoordig zo veel digitale tools beschikbaar, dat je eindeloos kunt combineren. Denk hierbij aan, Padlet, Kahoot, Mural, What’s App, Pinterest, Youtube, de mail, de telefoon, Pen & papier, de postbode, de postduif, rooksignalen (ok, sorry, ik zal ophouden).

Enkele voorbeelden uit mijn praktijk: vooraf kennismaken via Padlet, wandel-coaching per telefoon (midden op de trainingsdag, zodat je brein weer wat zuurstof en dus energie opdoet), vertraagd coachen via What’s app (zodat je wat meer tijd hebt om briljante vragen te bedenken), een leuke quizz via Kahoot, in de pauze een specifiek Youtube filmpje mailen, laten bekijken en daarna na terugkomst in de virtuele klas een kort gesprek hierover ontlokken, schrijf-opdrachten op papier, cadeau’tjes via de post, etc. De sky is the limit!

Hoe zet je online energisers in?

Ook online kun je energisers bedenken voor na de lunch of als de energie wat daalt. Toen we nog maar net in ‘quarantaine’ zaten, liet ik mensen zo snel mogelijk een Corona Noodpakket verzamelen, bestaande uit een flesje water, een blik voedsel, een rol wc-papier en een dik boek. De winnaar kreeg uiteraard een prijsje opgestuurd. Super grappig vond ik het om mensen door hun huis te zien rennen en heel trots met een wapperende rol wc-papier aan te zien komen. Verder kun je mensen uitdagen om bijvoorbeeld één minuut in de plank te gaan staan, hun favoriet oefening te laten zien, te dansen, zingen, tekenen, een mop vertellen, jongleren met wc-rollen… Ook op dit vlak is er vast nog veel meer te bedenken (ideeën zijn welkom hieronder!)

Hoe faciliteer je een quizz?

Zoals gezegd kun je een leuke kennis-quizz doen, bijvoorbeeld om eerder aan geboden kennis op speelse wijze te testen (en dus ook te stimuleren dat mensen vanaf dat moment ‘hun huiswerk doen’). Dit kun je doen via Kahoot, maar dat kost je wel wat voorbereidingstijd. Als je mensen in twee teams zelf de vragen laat bedenken, dan is er hierdoor extra leerrendement en dat kost je juist weer helemaal geen tijd (sterker nog: terwijl zij de vragen bedenken heb jij even pauze!

Het meest briljante idee vind ik deze (die ik hoorde van Evelien Top en Remi-Armand Collaris). Hij gaat als volgt: je doet eerst een energiser waarbij je deelnemers zo snel mogelijk vier voorwerpen met de kleuren rood, geel, groen en blauw verzamelen. Degene die dat het eerst lukt krijgt een leuk cadeautje dat je opstuurt via de post. Vervolgens begint de Quizz waarbij de vier antwoord-mogelijkheden telkens een bepaalde kleur hebben. Je deelnemers antwoorden dus door dat voorwerp tegelijkertijd omhoog te houden. In één oogopslag zie je wie het goed en wie het fout heeft. Daarna laat jij het goede antwoord zien (zorg dus dat je zelf ook de vier voorwerpen bij de hand hebt). Deelnemers houden zelf de score bij. En ook de winnaar krijgt natuurlijk een cadeau’tje of applaus of eeuwige roem!

Like, comment, share, of doe mee aan de Bootcamp BVT!

Heb jij nog leuke aanvullingen? Deel ze ajb hieronder in een comment!

Vond je deze blog nuttig? Please like or share!

Smaakt dit naar meer? Doe dan mee aan de Bootcamp Breinvriendelijk Trainen! Die verzorg ik al sinds 2015, maar nu voor het eerst helemaal online. Om mezelf wat speelruimte te gunnen heb ik er een try-out van gemaakt met maar liefst 50% korting. Wees er snel bij, want ik doe deze try-out maar één keer en er zijn slechts 12 plaatsen…

Facebooktwitterpinterestlinkedin

Comments are closed.